Post geplaats in Google

Google plaatst Google+ niet op de agenda

Aangezien er geen dag voorbij gaat zonder dat er ergens op Internet een debat wordt gestart of vragen opduiken met betrekking tot de prestaties en de cijfers van het sociale netwerk Google+, verwachtte iedereen dat het management van Google tijdens de Quarter 4 2012 conference call toch op zijn minst enkele minuten tijd aan zijn sociale netwerk en aan de evolutie ervan zou besteden. Zeker nadat Facebook onlangs zijn nieuwe Graph Search funtie bekendmaakte. Een functie die als het ware een zoekmachine binnen het sociale netwerk gaat creëren en daarmee Google het vuur aan de schenen gaat leggen. Via de Graph Search functie zullen Facebookgebruikers onder andere met andere mensen met dezelfde interesses in contact kunnen komen.

Ondanks de hoge verwachtingen, bleef het voor de mensen die de conference call bijwoonden bij verwachtingen. Het sociale netwerk stond namelijk niet op de agenda die het management had opgesteld. In de plaats daarvan spendeerde het bestuur meer dan een uur aan bijna elk aspect van het bedrijf, met uitzondering van Google+.

Het afgelopen jaar was er nochthans geen gebrek aan discussie en commentaar over Google+. Zo zorgde een studie van RJ Metrics in mei nog voor opschudding toen bekend werd gemaakt dat ze 40000 publieke Google+ profielen hadden onderzocht en dat ze zeer weinig sociale activiteit en gebruikersactiviteiten vaststelden. Zo besloot men in de studie dat 30 procent van de gebruikers die een publieke boodschap op Google+ hadden gepost nadien nooit meer een tweede boodschap hadden gepost. Daarnaast had men ook vastgesteld dat er gemiddeld 12 dagen zaten tussen het posten van opeenvolgende berichten. Niet echt optimistisch nieuws dus.

Google mag deze keer dan wel het onderwerp Google+ vermeden hebben, op de eerdere kritiek hadden ze wel een gepast antwoord. Google zwaait maar al te graag met cijfertjes die aantonen dat hun sociale netwerk wel succesvol mag genoemd worden. Ze benadrukken keer op keer de snelle groei van het netwerk, verwijzen naar de maar liefst 500 miljoen gebruikers met een profiel, de 235 miljoen gebruikers die op zijn minst 1 van de features van Google+ gebruiken en de 135 miljoen mensen die maandelijk plus.google.com bezoeken. Mooie cijfers, maar ze zeggen duidelijk ook niet alles.

Facebook en Instagram melden dat ze het recht hebben om je foto’s te verkopen

Instagram wist deze week te melden dat ze het recht hebben om foto’s van hun gebruikers zonder vergoeding of voorafgaande melding te verkopen. Een verandering in beleid van het bedrijf dat voor heel wat publieke opschudding heeft gezorgd.

De nieuwe beleidslijn, die vanaf 16 januari in werking zal treden, komt er 3 maanden nadat Facebook op succesvolle wijze de populaire foto-sharing website overnam. Instagram-gebruikers die niet willen dat hun foto’s gebruikt zullen worden, kunnen niet anders dan hun account verwijderen.

Via de nieuwe beleidslijn eigent Facebook zich het recht toen om de licenties van de publieke foto’s aan bedrijven of andere organisaties, inclusief bedrijven die de foto’s voor reclamedoeleinden willen gebruiken, te verkopen. Dit zou de website in de grootste fotodatabase ter wereld omtoveren. Een Twittergebruiker omschreef het zo: “Instagram is de nieuwe iStockPhoto, met het verschil dat er voor deze foto’s niets moet betaald worden

Dit betekent dat bijvoorbeeld een hotel in Hawai een bedrag aan Facebook zal kunnen betalen om de licentie op bepaalde foto’s genomen in het hotel te kunnen verkrijgen en dat ze nadien deze foto’s op hun website, in brochures of zelfs op televisie zullen kunnen gebruiken, en dit zonder de eigenlijke Instagram-gebruiker die de foto nam te vergoeden. Het zou zo kunnen dat niet alleen foto’s van pittoreske zonsondergangen in Hawai, maar ook van jonge kinderen die op het strand spelen, gepubliceerd worden. Iets wat vele ouders ongetwijfeld niet echt voor mogelijk hielden en wat wel eens in strijd met de privacywetgeving zou kunnen zijn.

Daarnaast is er nog een andere aspect dat in het achterhoofd moet gehouden worden. Als Instagram-gebruikers nog foto’s blijven uploaden na 16 januari 2013 en nadien besluiten om hun account te verwijderen, na de deadline, dan zouden ze Facebook wel eens het onomkeerbare recht kunnen hebben gegeven om de geuploade foto’s alsnog door te verkopen. Er staat immers nergens letterlijk geschreven dat het verwijderen van accounts ook een einde maakt aan de verkooprechten van Facebook op de foto’s die nog geupload werden.

Andere bedrijven en sociale netwerken volgen het beleid van Facebook niet. Zo is het beleid van Google voor de netwerken Picasa and Google+ veel duidelijker en is het bij hen niet toegestaan om geuploade foto’s te verkopen. Ze mogen enkel gebruikt worden ter promotie van het netwerk of om hun diensten te verbeteren. Het beleid van Yahoo voor Flickr is gelijkaardig aan dat van Google.

Facebook heeft tot op heden nog niet echt duidelijkheid geschept over wat het nu echt van plan is, maar echt positief klinkt het allemaal alvast niet.

Google Shopper review

De nieuwste versie van Google Shopper heeft een zeer aantrekkelijke gebruikersinterface, een nieuwe manier om interessante promoties en aanbiedingen te vinden en nog tal van andere nieuwe opties die zeker in de smaak zullen vallen van de online shoppers. Of je nu, met de feestdagen in het verschiet, op zoek bent naar apparatuur, elektronica, accessoires, kleding of eender wat, deze app voor Android is zonder meer de perfecte plaats om je zoektocht te starten. De app gaat het ganse web afscannen om zo op zoek te gaan naar lokale en online handelaars die de gewenste producten voor jou in aanbieding hebben.

Net zoals bij andere apps die Google voor Android ontworpen heeft, beschikt ook deze nieuwe appversie over een eenvoudige en gebruiksvriendelijke interface die start met de gebruikelijke zoeknavigatiebalk. Bovenaan de app kan je een sleutelwoord intypen, met de stem een zoekactie starten of via je camera een zoektocht gebaseerd op foto’s tarten. Deze laatste functie kan niet alleen streepjescodes herkennen, maar ook boeken, CD’s, DVD’s en zelfs videospelletjes. Hopelijk zien we in de toekomst nog meer van deze specifieke Googlefunctionaliteiten waardoor de app heel wat meer spullen zal kunnen herkennen. Momenteel zijn de beschikbare opties echter meer dan voldoende om een degelijke zoektocht te starten.

Als je niet echt naar een bepaald product op zoek bent, kun je altijd een kijkje nemen tussen de thumbnail foto’s die op de homepage van Google Shopper te zien zijn. Deze foto’s hebben betrekking op zowat alles wat je maar kunt denken gaande van keukenapparatuur tot tablets en allerhande kinderspullen. Sommige van de lijstjes dieje hier ook kunt vinden, zijn gebaseerd op de shoppingtrends van het moment terwijl andere lijsten dan weer de favoriete producten per categorie organizeren. Houd wel in het achterhoofd dat sommige producten in deze lijsten verschijnen omdat Google van sommige producenten en handelaars een passende vergoeding krijgt. Toch kunnen deze lijsten zeer handig zijn aangezien ze je een idee geven van producten en prijzen en aangezien er ook winkels bij jou in de buurt in te vinden zijn.

Misschien wel de meest aangename vernieuwing is het boodschappenlijstje. Dit lijstje kan via het Android Share menu gedeeld worden. Via dit lijstje is het gemakkelijk om een overzicht te behouden van al de spullen die je in overweging wilt nemen. Met één enkele klik kan je eender welk product toevoegen.

Brazilië houdt lokale baas van Google aan voor het niet verwijderen van Youtube video’s

Brazilië hield zich aan zijn belofte en arresteerde vorige week de lokale baas van het Amerikaanse bedrijf Google.

De discussie begon vorige week toen Google weigerde om denigrerende videoclips die betrekking hadden op een Braziliaanse politicus op bevel van de rechter van Youtube te verwijderen. Verschillende wetten en regels leggen de kritiek op politieke kandidaten in Brazilië immers aan banden.

Aangezien Google niet inging op de uitspraak en de videoclip online liet staan, vaardigde rechter Flavio Perez een 24-uren opschorting van Google en Youtube uit en werd de plaatselijke Google baas Fabio Jose Silva Coelho in de boeien geslagen. Volgens lokale media heeft de federale politie van Brazilië de man ondertussen weer vrijgelaten nadat hij akkoord ging om in de rechtbank te verschijnen.

De video’s in kwestie uiten negatieve commentaar op de kandidatuur van Alcides Bernal voor het burgemeesterschap van de stad Campo Grande. Een kleine zoektocht op Internet levert verschillende video’s over de kandidaat op waarin te zien is hoe de man zogezegd documenten zou verbergen en waarin hij ook beschuldigd wordt van het verduisteren van geld. Daarnaast zouden er ook video’s met heftige commentaren online staan waarop Bernal te zien is in een rechtzaak met betrekking tot hoederecht.

Google zelf heeft al aangegeven dat ze de beslissing zullen aanvechten. “Aangezien we als een platform dienen, is Google niet verantwoordelijk voor wat er op zijn website gepost wordt,” zei het bedrijf.

Naast de politieke video’s, heeft een ander Braziliaans gerechtshof Google ook al gevraagd om de videotrailer van de controversiële film “Innocence of Muslims”, die voor heel wat protesten en bloederige opstanden in het Midden-Oosten zorgde, van hun website te halen. In de film wordt de spot gedreven met de profeet Mohammed. De rechter heeft Google nu 10 dagen de tijd gegeven om de trailer te verwijderen. Besluit het Amerikaanse bedrijf om de video na 10 dagen toch nog te laten staan, dan zal Google een boete van 5000 Dollar per dag moeten betalen zo lang de video online blijft.

In de eerste 6 maanden van dit jaar kreeg Google al 1000 aanvragen van overheden wereldwijd om data te verwijderen. In iets meer dan 50% van de gevallen, ging Google ook in op de aanvraag.

Google lanceert online zoek- en marketingacademie

Voor al wie met Google wilt leren werken en er het meeste wilt uithalen, lanceerde Google onlangs zijn nieuwe Webmaster Academy. Zoals de naam al aangeeft gaat het om een soort van academie of school die stap voor stap de geheimen en werking van Google moet onthullen. Het doel van de Webmaster Academy is om webmasters kennis te geven over de systemen die de werking van de Google zoekmachine bepalen en wat ze kunnen doen om deze zoekresultaten positief te beïnvloeden en hun site dus een hogere ranking in de zoekresultaten te geven.

De Webmaster Academy bestaat uit drie onderdelen die elk hun eigen kijk op de Google zoekmachine bieden. De eerste sectie is gewijd aan uw rol als persoon die op Google iets wilt zoeken, het tweede deel op zijn beurt richt zich vooral op de webmasters en het laatste deel tot slot focust op het gebruik als bedrijfseigenaar.

Google benadrukt dat hun Academy daarnaast ook interessant kan zijn voor experten en andere personen zoals bibliothecarissen die Google en zijn professionele intelligentie voor allerhande opzoekings- en informatieve taken gebruiken. Zo komt men alles te weten over het reilen en zeilen van Google en het waarom van de Google pageranking.

De Academy werkt volgens het vraag- en antwoord-principe. Telkens wordt er een relevante vraag rond een bepaald onderwerp gesteld waarvoor vervolgens een antwoord wordt geformuleerd dat in sommige gevallen nog door een video en relevante online links wordt ondersteund. Alles wordt helder en duidelijk  weergegeven.

Wij geloven alvast dat deze Webmaster Academy voor heel wat mensen, en niet alleen webmasters, nuttig kan zijn. Uw zaak of website wordt immers grotendeels gemaakt of gekraakt door de positie en de visibiliteit in zoekmachines zoals Google. Het enige wat na verloop van tijd wel enigszins op onze zenuwen begon te werken, was de constante reclame voor Google+.

Google baas Schmidt over China: “De censuur zal uiteindelijk het onderspit delven.”

In 1993 zei Internetactivist John Gilmore: “Het Internet interpreteert censuur als schade en zal een weg rond deze censuur zoeken. Nu ongeveer 20 jaar later probeert China nog steeds het Internet aan banden te leggen in een poging om de vloedgolf van informatie binnen zijn landsgrenzen te beperken. Ondanks deze koppige houding van de Chinese overheid voorspelt Google baas Eric Schmidt dat China uiteindelijk het hoofd zal moeten buigen en dat de Chinese bevolking in  grote schaal met een open politieke en sociale buitenwereld in contact zal komen.

“Ik geloof dat censuur uiteindelijk altijd het onderspit zal delven,” zei hij in een interview met het magazine The Cable. “China is de enige overhied die een actieve en dynamische censuurbeweging voert. En ze schamen zich daar niet voor.” Uiteindelijk zal de “Chinese Firewallmuur” het begeven onder de druk van de technologische vooruitgang en onder de wens van de bevolking om informatie en vrijheid te vergaren, voorspelt hij.

“Ik persoonlijk geloof dat je met deze houding geen moderne kennismaatschappij kunt uitbouwen, dat is alvast mijn mening,” zei hij. “Ik denk ook dat de meeste mensen binnen Google hiermee akkoord gaan. De volgende vraag is natuurlijk wanneer China zal zwichten en niemand weet het antwoord op deze vraag. Maar als we lang genoeg wachten, dan zie ik deze benadering van het regime uiteindelijk eindigen. Daar ben ik van overtuigd.”

Google houdt zich in ieder geval niet in om China over deze kwestie op de vingers te tikken. Het bedrijf heeft China al beschuldigd van het stelen van intellectuele eigendommen en van het hacken van Gmail accounts van mensenrechtenactivisten en andere mensen. Ze melden zelfs dat de aanvallen zo frequent voorkomen dat het bedrijf mensen al waarschuwt als ze een potentieel doel vormen. Google geeft daarnaast ook tips aan Internetgebruikers om de firewallfilters in China te omzeilen.

“Wij willen de mensen steunen die in vrijheid van meningsuiting geloven,” zei Schmidt. “De Chinese aanvallen die vandaag de dag plaatsvinden, behoren meestal tot de categorie van de industriële spionage… het zijn hoofdzakelijk handelsgeheimen die gestolen worden. En dan zijn er natuurlijk ook nog de mensenrechtengegevens. Ze schenden zonder twijfel de algemene mensenrechten. Van deze twee zaken zijn we op de hoogte, maar er zijn er vast en zeker nog andere.”

Google neemt design, interface en fotogedeelte van Google+ onder handen

Vorige week kondigde Google een nieuw design en een hele hoop nieuwe opties voor de gebruikers van hun Google+ dienst aan. Zo werden de navigatie en verschillende van de interfaceopties op de Google+ pagina’s onder handen genomen. Deze nieuwe opties hebben als doel om de gebruikers meer foto’s te laten delen en om interactie tussen de verschillende gebruikers te stimuleren en te verbeteren.

Google heeft zich op de navigatie van zijn dienst geworpen om verschillende zaken eenvoudiger te maken dan in het oorspronkelijke design. De verschillende Google+ pagina’s genieten nu van een duidelijker en meer minimalistisch uitzicht om zo de updates van andere aan Google gerelateerde programma’s zoals Gmail in de verf te zetten. Een nieuwe set van iconen voor de verschillende pagina’s zoals de homepagina, de profielpagina en de fotopagina vereenvoudigen de toegang tot de belangrijkste onderdelen van Google+. Deze iconen kunnen nu ook volgens de persoonlijke voorkeur van de gebruiker geoptimaliseerd en aangepast worden. Het eindresultaat zijn overzichtelijke en gestroomlijnde pagina’s die gevuld zijn met iconen die iets weg hebben van de app-iconen die we allemaal wel van onze smartphone of tablet kennen.

De nieuwe look van Google+ en de nieuwe opties leggen ook meer dan ooit de nadruk op het fotogedeelte. Foto’s worden nu continu weergegeven en nemen meer plaats in op het browserscherm. De nieuwe layout is bovendien groter en eleganter en heeft iets weg van de fotoweergave op websites zoals Tumblr of Flickr.

Daarnaast heeft Google er ook voor gezorgd dat discussies en commentaren zichtbaarder zijn geworden in een poging om de gebruikers eenvoudiger en sneller aan de discussies te laten deelnemen. De nieuwe “Explore” knop zet activiteiten en berichten van andere Google+ gebruikers in de schijnwerpers en wil zo de interactie op Google+ de hoogte injagen. Deze laatste optie is een poging om gebruikers aan te moedigen om meer pagina’s en gebruikersprofielen te ontdekken en de veilige omgeving van hun eigen profiel te verlaten.

Het nieuwe design werd vorige week voor de eerste maal bij enkele gebruikers geïntroduceerd en zal geleidelijk aan verder worden verspreid. Dat Google+ het zeker niet slecht doet bewijzen de huidige cijfers. Terwijl Google+ in januari nog 90 miljoen gebruikers aankondigde, spreken ze nu al over 170 miljoen gebruikers.

Google informeert over project megasitelinks en verbetering zoekresultaten van afbeeldingen

Tussen de verschillende interessante nieuwtjes die Google enkele dagen geleden in zijn maandelijkse overzicht bekend maakte, staat een intern project dat de naam “Megasitelinks” draagt, enkele verbeteringen met betrekking tot de zoekfunctie van afbeeldingen, de detectie van de updatedatum van documenten en nog veel meer. Google begon in november met dergelijke maandelijkse rapporten die bedoeld zijn om trends en veranderingen in de zoekfuncties- en resultaten vast te leggen, te analyseren en te verbeteren. Bovenstaande onderwerpen stonden in het rapport over de maand december.

Het eerste en misschien wel meest opvallende onderwerp was het zogenaamde Megasitelinks project. Een intern project dat Google zelf een zogenaamde algorithmische verbetering van sitelinks noemt. Waarom nu precies voor deze naam werd gekozen, is niet meteen duidelijk, maar wat wel interessant is, zijn de volgende woorden in het rapport:

“…we zullen sitelinks tonen die betrekking hebben op uw regio, die gecontroleerd kunnen worden met uw locatie-instellingen.”

Nadat Google eerder al zorgde voor meer sitelinks op subpagina’s van websites en de implementatie van Google+ data in de sitelinks, is dit zonder meer een nieuwe, positieve wending in het sitelinkgebeuren.

Naast het megasitelinksonderwerp, wilde Google zijn publiek ook informeren over enkele verbeteringen met betrekking tot het zoeken van afbeeldingen via Google. Alles met het oog op de optimalisatie van de zoekresultaten. Zo zullen de volgende twee veranderingen worden doorgevoerd. Allereest is er de verbeterde kwaliteit van de zoekresultaten van afbeeldingen. Zo zal de Google zoekmachine niet alleen voor relevante afbeeldingen zorgen, maar zal ze de Internetgebruiker ook de bronpagina’s met de hoogste kwaliteit eerst tonen. Daarnaast voegt Google ook een spamdetectiesysteem toe. Hiervoor gebruikt Google hetzelfde systeem als voor zijn standaard zoekresultaten. Ook door deze verandering zal de kwaliteit van de zoekresultaten voor afbeeldingen enkel de hoogte inschieten.

Tot slot zal Google in zijn zoekresultaten onder andere ook voor een betere weergave van de updatedatum van webdocumenten zorgen, zal de zoekmachine precieser vaststellen van waar een webdocument komt zodat de gebruiker een gerichter resultaat krijgt en zal er minder kans zijn op zoekrsultaten zonder het gezochte keyword.

Google heeft te maken met ontevreden reisorganisaties

Google krijgt de wind van voren van verschillende reisorganisaties en –bureau’s die beweren dat de zoekmachine zijn eigen reisprogramma’s voorrang geeft in de zoekresultaten op deze van zijn concurrenten. Dit verhaal staat te lezen in The Wall Street Journal en is een verwijzing naar de diensten die Google eind 2011 is beginnen aanbieden. Het gaat om diensten waarbij Internetbezoekers voor vluchten en hotels bij reisdiensten en -applicaties van Google zelf terecht kunnen.

 

Deze trend vormt echter een serieuze bedreiging voor concurrerende reisorganisaties die voor 10 à 20 % van Google bezoekers en boekingen afhankelijk zijn. Met de nieuwe Google techniek waardoor bezoekers bovenaan de zoekresultaten naar Google diensten worden doorverwezen, is de kans dat ze een bezoekje brengen aan andere websites veel kleiner geworden, stelt The Journal.

 

Google richtte midden vorig jaar al zijn pijlen op de reisbusiness door zijn plannen bekend te maken om de reissoftwareonderneming ITA als onderdeel van een 700 miljoen Dollar deal op de kop te tikken. ITA richt zich vooral op het indexeren van prijzen, vluchtschema’s, beschikbare plaatsen in het vliegtuig en het doorsturen van gegevens naar partners. Toen Google zijn plannen bekendmaakte om het bedrijf te kopen, zei Google dat ze de ITA technologie wilden gebruiken om gebruikers direct via de zoekmachines tickets te laten kopen. Het bedrijf telt 500 werknemers en heeft banden met verschillende reisbureau’s zoals Kayak, Hotwire en Orbitz, velen die tegen de deal tussen ITA en Google waren.

Nu wordt dus duidelijk waarom deze bedrijven de deal tussen Google en ITA niet meteen als rooskleurig zagen. En dit ondanks dat bij de overname enkele voorwaarden met betrekking tot de ITA technologie en de klachten van concurrenten werden genoteerd. Niet onlogisch dus dat verschillende reisorganisaties van plan zijn om een klacht tegen Google in te dienen.

Google is echter niet de enige die een dergelijke praktijk toepast. Ook Microsoft plaatst sinds maart van vorig jaar bepaalde reisresultaten bovenaan zijn Bing zoekpagina’s. Deze technologie steunt echter op een overeenkomst tussen Microsoft en Kayak, terwijl Google de bezoekers enkel en alleen naar zijn eigen reisdiensten doorverwijst.

De integratie van online sociale netwerken in de resultaten van zoekmachines

Zoeken via het web blijft nog altijd het kloppende hart van het Internet. Velen hebben dan ook een zoekmachine als standaard homepage. Toch zien we steeds vaker dat zoekmachines moeite hebben om bruikbare resultaten te leveren. Iets wat ze vroeger wel deden. Hier zijn twee redenen voor:

  1. Het aantal websites en webgegevens in het algemeen stijgt zienderogen.
  2. SEO wordt als het ware misbruikt om de zoekresultaten te manipuleren en mensen naar nutteloze websites te lokken.

In 2011 heeft Google geprobeerd dit tweede probleem via Panda een halt toe te roepen. Hun poging strandde echter zonder het gewenste resultaat. Bing baas Stefan Weitz op zijn beurt zei dat er slechts één grote oplossing voor het probleem is: gebruik maken van de sociale netwerken. Het implementeren van de sociale netwerken is volgens Weitz de toekomst van het online zoeken. Net daarom ook dat Bing strategische samenwerkingen afsloot met onder andere Facebook en Twitter. Hiermee heeft Bing een streepje voor op Google dat wel Google+ heeft, maar dat het gebruik van sociale netwerken enkel als een extra optie ziet, terwijl Bing de sociale netwerken net als de kern van hun zoekfuncties zien. Bij Bing vind je dan ook de websites die bijvoorbeeld de meeste Facebook ‘likes’ hebben bovenaan. De mensen bepalen dus mee, naargelang hun ervaringen met de websites in kwestie, welke websites het beste scoren in de zoekresultaten.

Weitz aarzelt ook niet om aan te geven dat Bing al enkele stappen verder staat dan Google op het vlak van sociale media integratie. Volgens hem beschikt Bing over heel wat betere sociale gegevens en verloopt de integratie ook veel vlotter. Bovendien is Bing van plan om in de nabije toekomst de invloed van de sociale media op de zoekresultaten nog te vergroten. Binnen Microsoft heeft Bing nu een nieuw hoofdkwartier waar een internationaal team dag en nacht werkt aan het verfijnen van de zoekresultaten en het integreren van de sociale media. Eerder dit jaar was Bing al goed voor 30% van de Amerikaanse zoekresultaten. Zal de sociale media integratie voor een nog groter marktaandeel kunnen zorgen?

Directadmin PhpMyAdmin